Aansluitend aan de Nationale Herdenking zal Lion Tokkie spreken namens Stichting Holocaustkampen voor overlevenden, nazaten en geïnteresseerden. Hij vertelt over zijn vader: ‘Hoeveel moed heb je nodig om als Jood opzettelijk in nazi-Duitsland de oorlog te overleven?’

Zijn vader David Tokkie is kleermaker met een atelier in Amsterdam en wordt nietsvermoedend opgeroepen om naar een van de talloze werkkampen voor Joden in Nederland te gaan. Wanneer hij hoort dat hij naar doorgangskamp Westerbork wordt gedeporteerd, besluit hij te ontsnappen en onder te duiken in een Jonggezellenhuis. Ternauwernood ontsnapt hij aan een inval van de nazi’s om daarna via diverse onderduikadressen in Duitsland terecht te komen. Met valse papieren en geverfd blond haar weet hij als kleermaker werk te krijgen. In Saarbrücken, het hol van de leeuw, moet hij kostuums maken voor de nazi’s.

Zijn vader overleeft de oorlog, maar dat geldt niet voor zijn tante Liesje en zijn grootvader Lion Tokkie. Zij worden vermoord in Auschwitz.