Column #4 door Bjorn Uyens
Het verleden schrijven in tegenwoordige tijd
In 2019 vroeg het Sociaal Cultureel Planbureau aan meer dan 5.000 Nederlanders, uit alle provincies, uit alle leeftijdscategorieën en met allerlei verschillende afkomsten, wat volgens hen het meest bijdraagt aan de verbondenheid in Nederland.
Raad maar…
Sinterklaas?
Nee.
Elfstedentocht nee, Oranjegevoel misschien?
In de top 5 staan ze alle drie niet.
Wat er wel in staat? 4 mei, 5 mei en vrijheid (naast de Nederlandse taal en koningsdag).
Twee weken geleden toen ik in de auto onderweg was naar Wageningen voor onze tv-uitzending en ik om 20:00 stil op de afrit luisterde naar de stilte, kwam dat weer even terug. We hebben het vaak over dat jongeren zich niet verbonden voelen met WOII, dat nieuwkomers zich er niet toe kunnen verhouden. Dat zou dan komen omdat ze het niet zelf hebben meegemaakt, of omdat het hun cultuur niet is. Ik dacht tijdens de twee minuten stilte even aan theatermaker Ioana Tudor die in een gesprek zei: “Je hoeft echt niet Joods, Roma, Sinti, LHBTQI+ of iemand met een beperking te zijn om te begrijpen dat de moord op 6 miljoen mensen om hun afkomst, geaardheid of beperking een slecht idee is”.
Een dag later op 5 mei was ik in mijn buurttheater voor een jongerenvoorstelling. Theater Na de Dam werkt ieder jaar met honderden jongeren die een voorstelling willen maken over WOII en wat het betekent voor vandaag. Waarschijnlijk was er ook een voorstelling bij jou in de buurt?
Na de voorstelling schoven we aan voor een Vrijheidsmaaltijd, georganiseerd door het herdenkingscomité in de buurt. Salima, Sara, Fatima, Ilyad, Mijke en nog 17 anderen zijn het jongste comité van Nederland. Naast de Vrijheidsmaaltijd organiseerden ze de 4 mei-herdenking in de straat om de hoek waar de eigenaar van een IJssalon, Ernst Cahn, in verzet kwamen tegen de bezetter. Hij werd opgepakt en in februari 1941 de eerste Jood en verzetsman die door de Nazi’s is terechtgesteld. Mijke, Fatima, Salima en de bezoekers van de herdenking lijken niet op Ernst Cahn. Maar wat er in 1941 gebeurde, was in hun buurt, op de plek waar ze dagelijks langslopen op weg naar de supermarkt. Zo is het dichterbij.
Het is dichterbij als ik denk aan de 2.200 voetballers van honderden clubs in Nederland die zijn vermoord en van wie de verhalen zijn uitgezocht door historicus Jurryt van de Vooren. Een speler van jouw club, gestorven als soldaat of in het kamp.
Het is dichterbij als op het 5 mei plein in Wageningen de acteurs Jacob Derwig en Sam Ghilane de brieven voorlezen van Bernie en Ellis. Twee geliefden die uit elkaar getrokken werden door de oorlog en van wie alleen Ellis de oorlog overleefde. Ze schreven elkaar die brieven, ieder in een eigen schrift, met het idee dat ze deze na de oorlog aan elkaar konden geven op het bankje waar ze hadden afgesproken elkaar te ontmoeten. Bernie is daar nooit gekomen. Onze dochter is 21 en zag de uitzending. Ze lijkt niet op Bernie of Ellis, maar ze was diep geraakt door de wreedheid van een in de kiem gesmoorde liefde. Een liefde die zij wel heeft, met een geliefde die ze kan zien wanneer ze dat wil, dichterbij.
Zoals Ioana zegt: Je hoeft echt niet Joods, Roma, Sinti, LHBTQI+ of iemand met een beperking te zijn om te begrijpen dat de moord op 6 miljoen mensen om hun afkomst, geaardheid of beperking een slecht idee is.
Er is een dichterbij voor iedereen.
Bjorn Uyens is zakelijk leider van Theater Na de Dam.