Miente Viersen (Garnwerd) vertelt in de ‘eenakter’ Zwijgen tegen de pijn het verhaal van zijn gelijknamige opa.
Miente Viersen werd in 1910 geboren in het Groningse Lutjegast. Begin van de oorlog was hij gemobiliseerd nabij Wassenaar, waar hij deelnam aan de gevechten met de Duitse luchtlandingstroepen.
Aansluitend keert hij terug naar Groningen, waar hij als zelfstandig expediteur werkt. De oorlogsjaren verlopen relatief rustig, tot hij in het najaar van 1944 min of meer bij een ‘verdwaalde’ wapendropping betrokken raakt. Het één leidt uiteindelijk tot het ander. 20 oktober wordt Viersen samen met enkele anderen opgepakt. Na een kort verblijf in het Scholtenshuis in de stad Groningen wordt Viersen in de nacht van 27 oktober samen met een aantal mannen in de auto gezet, op transport naar kamp Westerbork. Samen met zes andere mannen wordt Miente Viersen op 28 oktober aldaar gefusilleerd.
Nabestaanden bleven lang in onzekerheid over de afloop van hun familieleden. Na de oorlog werd lang gezwegen over de verhalen, tegen de pijn.
Aan de hand van beelden en enkele muziekfragmenten vertelt kleinzoon Miente Viersen het verhaal van zijn opa.