Jan Eisenga

Posted by

Jan Eisenga is een theatraal eerbetoon aan een “strider foar rjocht en frijdom”. Zonder aarzeling kwam hij op voor vrijheid, sprak hij zich uit tegen machtsmisbruik, staatsterreur, willekeur en het recht van de sterkste. Dit alles vanuit het volste vertrouwen in de rechtsstaat. Hij dacht dat het met de April-mei stakingen van 1943 niet zo’n vaart zou lopen. Dat het verspreiden van een folder of het doen van een oproep tot een schoolstaking niet zo’n probleem zou zijn. Dat het wel goed zou komen. Maar dat kwam het niet. Op 5 mei 1943 maakte een Duits vuurpeleton een einde aan zijn leven, twee dagen nadat hij was gearresteerd.

Jan Eisenga is tot zwijgen gebracht, maar zal niet worden vergeten. “Ik wol frij wêze yn dwaan en litten”. Dat deze wens ruw verstoord werd door zijn radicale keuze om niet te blijven zwijgen en op te komen voor vrijheid en vrije meningsuiting is nog steeds een drama. Jan Eisenga was niet uit op heldendom en eeuwige roem en ging dilemma’s niet uit de weg. Hij kon radicaal zijn, soms naïef en ongeduldig, maar ook was hij veelzijdig, talentvol en onbevreesd. De bezetter bracht hem tot zwijgen, maar zijn stem zullen we niet vergeten.

Deze theaterproductie hoopt een stem te geven aan deze wens. Vrijheid en vrije meningsuiting, rechtvaardigheid en een rotsvast geloof in onze rechtstaat is ook vandaag de dag niet vanzelfsprekend. Het levensverhaal van Jan Eisenga geven we door, daar is geen ontkomen aan.

Op 4 mei is de ontvangst na de stille tocht om 20:30, daarna aanvang voorstelling.

Door de ogen van mijn moeder

Posted by

Door de ogen van mijn moeder gaat over de oorlogsherinneringen van de moeder van Helma: “In 1940 was mijn moeder 5 jaar. Ze is niet Joods, ze komt uit een gewoon gezin, haar ouders zaten niet in het verzet of bij de NSB, ze hadden geen onderduikers, haar huis is niet gebombardeerd, ze heeft geen honger gehad. Toch heeft ze veel meegemaakt. Een paar jaar geleden werd duidelijk wat de impact was van de bezettingstijd op haar generatie. Veel groter dan men altijd dacht. De onuitgesproken bezorgdheid en angst van de volwassenen vormde deze kleuters tot de ‘stille generatie’. Niet opvallen was het devies. En: Duitsers zijn de vijand. Mijn ouders kochten nooit een Duitse auto en gingen nooit naar Duitsland op vakantie.”