Pianostemmen gaat over het verleden van systematische roof van (voornamelijk) Joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is een onderbelicht verhaal over een onrecht dat nog steeds voortduurt. Oude vleugels en piano’s vertellen het verhaal hoe Joodse inwoners in diverse Nederlandse steden uit hun huizen werden gehaald en hoe hun huizen vervolgens werden leeggeroofd door schattenjagers als Abraham Puls.
“Uitdagend concept wordt knap uitgevoerd” – ★★★★ NRC
“Het idee van regisseur Klemens Patijn van Tg Goed Gezelschap, eindregisseur Ria Marks, schrijver Wessel de Vries en componist Wiebe Gotink is zonder meer briljant: roofkunst is nog steeds actueel maar de verbinding met live uitgevoerde muziek geeft extra tragiek.” – Theaterkrant
De oude pianostemmer Jacobus Kromm leidt een teruggetrokken bestaan. Hij worstelt met zijn geweten over de verzameling piano’s en vleugels die hij in bezit heeft. Ontelbaar veel instrumenten heeft de pianostemmer in de loop van de jaren in bewaring gehad, gekocht, gerestaureerd, verhuurd en doorverkocht. Om de een of andere reden heeft hij van deze piano’s nooit afstand kunnen doen. Over de herkomst zwijgt hij liever.
Als de avond valt, laat Kromm zijn vingers over de toetsen glijden. Steeds vaker duiken er verhalen van vroeger op in zijn verwarde hoofd, steeds vaker hoort hij dissonanten. De pianostemmen keren zich gaandeweg tegen de oude man. Immers: gestolen goed gedijt niet. Ze vertellen als stille getuigen het verhaal over hun rechtmatige eigenaren. Het onzegbare wordt gegoten in een nieuwe compositie voor close-harmony voor meerdere klavieren.