Begin 1942 telde het Centraal Israëlistisch Weeshuis in Utrecht achtenveertig pupillen. De meesten waren na de Kristallnacht door hun ouders op de trein naar Nederland gezet in de verwachting dat zij hier veilig zouden zijn. Het pakte heel anders uit. In 1942 werd het joodse weeshuis in twee etappes leeggehaald. De uit Duitsland gevluchte kinderen het eerst, hun Nederlandse huisgenootjes volgeden driekwart jaar later. Slechts enkelen zouden de oorlog overleven.
Tegenwoordig is MerkAz, het centrum voor joodse cultuur in Utrecht, gehuisvest in een gedeelte van het voormalig Centraal Israëlitisch Weeshuis aan de Nieuwegracht. In het begin van deze eeuw werd ontdekt dat hier nog de restanten aanwezig waren van de vroegere huissynagoge van het weeshuis, een bijzonder emotioneel en ontroerend moment.
18 jongeren uit het tussenjaar van de Theaterschool Utrecht maken samen met regisseur Gilles Groot een voorstelling waarin zij de kinderen die in het weeshuis woonden herdenken. In deze beeldende en muzikale voorstelling wordt o.a. met filmfragmenten gewerkt die de jongeren hebben opgenomen in de synagoge waar de weeskinderen vroeger hun gebeden uitspraken.
De voorstelling is enerzijds een monografie over het lot van joodse weeskinderen van vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog en anderzijds borduurt de voorstelling verder op actuele vragen rondom het oplaaiende antisemitische, de oorlog in Gaza, het gevoel een kant te moeten kiezen en de bittere vraag in oorlogstijd; hoe nú kind te zijn?
In het lamento (klaagzang) dat zij samen met componist Boris Post hebben gecomponeerd is een eclectische mix is van Sefardische, Arabische, contemporaine muziek en eigen geschreven teksten te horen. In het theatrale en muzikale gedicht Het kind is niet meer wordt niet alleen stilgestaan bij de kinderslachtoffers uit de holocaust maar bij alle talloze onschuldige kinderen die tijdens een oorlog om het leven komen. ‘Nooit meer’ geldt voor iedereen.
Theater Na de Dam JONG
Tijdens de vijftiende editie van Theater Na de Dam zetten bijna 400 jongeren in 46 projecten door heel Nederland zich in om de herdenking op 4 mei van extra betekenis te voorzien. Onder begeleiding van een professionele theatermaker gaan de jongeren in gesprek met (familieleden van) ooggetuigen, over hun herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Deze gesprekken, samen met andere bronmaterialen over de Tweede Wereldoorlog, vormen de basis van de jongerenvoorstellingen.